Zeeklei, zeezand, rivierklei en löss
De kalktoestand wordt uitgedrukt met de pH-CaCl2. Indien de pH-KCl is bepaald, kan de pH-CaCl2 worden berekend met de formule:
pH-CaCl2 = 0,9288 * pH-KCl + 0,5262. Voor de bepalingsmethode klik hier.
In Tabel 5.3 t/m 5.6 staan de advies-pH’s en de waarderingsklassen weergegeven voor resp. zeeklei, zeezand, rivierklei en löss.
Klik op de tabel om deze te vergroten
Opmerkingen bij Tabel 5.3
- Vanwege de slempgevoeligheid van lichte zavelgronden met weinig organische stof, zou tot een hogere pH moeten worden bekalkt dan het advies aangeeft. Bij de teelt van aardappelen heeft dat echter vaak een lagere opbrengst en meer schurft tot gevolg.
- Op gronden met een lutumgehalte < 25%, neemt de kans op het optreden van schurft bij aardappelen door bekalking toe. Indien de aardappelen een belangrijk aandeel in het bouwplan innemen, wordt er verstandig aan gedaan, met name op lichte gronden met een organische stofgehalte < 3% voorzichtig te zijn met bekalking.
- In geval van overgangsgrond zeeklei/dekzand is de opgegeven grondsoort bepalend voor het te geven bekalkingsadvies.
Klik op de tabel om deze te vergroten
Opmerkingen bij Tabel 5.4 en 5.5
- In het algemeen worden geen grotere giften dan 8000 kg CaO per ha geadviseerd.
- Bij overgangsgrond met een lutumgehalte < 5% wordt, afhankelijk van de opgegeven grondsoort, geadviseerd als rivierklei met een lutumgehalte < 8% of als dekzand.
Klik op de tabel om deze te vergroten