
category_news
Fosfaatbehoefte aardappel gedekt bij huidige fosfaatgebruiksnormen
De huidige fosfaatgebruiksnormen zijn geen belemmering voor de fosfaatvoorziening van aardappelen, noch voor de organische-stofvoorziening van de bodem. Van belang hierbij zijn maatregelen om de fosfaatbenutting te optimaliseren en mestsoortkeuze.
Fosfaatvoorziening
De huidige fosfaatgebruiksnormen zijn geen belemmering voor een voldoende hoge aanvoer van fosfaat voor aardappelen. Ze hoeven evenmin een belemmering te zijn voor de organische-stofvoorziening op akkerbouwbedrijven, ook niet op gronden met een hoge fosfaattoestand. Dat is de conclusie van een deskstudie die NMI, WUR en Delphy hebben uitgevoerd in opdracht van BO Akkerbouw.
Aanleiding voor de deskstudie is de bezorgdheid onder akkerbouwers over het effect van de fosfaatgebruiksnormen op het rendement van de aardappelteelt. De teelt van aardappelen stelt hoge eisen aan de fosfaatvoorziening. De fosfaattoestand van de bodem is belangrijker voor de fosfaatvoorziening van het gewas dan de actuele fosfaatgift.
In het mestbeleid worden voor de fosfaattoestand van de bodem de klassen Hoog, Ruim, Neutraal, Laag en Arm onderscheiden. In alle klassen is de fosfaatgebruiksnorm hoog genoeg om aardappelen op een akkerbouwbedrijf van voldoende fosfaat te kunnen voorzien. Wel zal bij de klassen Ruim en Hoog de fosfaattoestand langzaam gaan dalen en zich op den duur stabiliseren in de klasse Neutraal. Die toestand is, in combinatie met de huidige gebruiksnorm van 70 kg fosfaat per ha in deze klasse, voldoende hoog voor de aardappelteelt op akkerbouwbedrijven.
Klik hier voor de fosfaatbemestingsadviezen.
Verbeteren fosfaatbenutting
De fosfaattoestand van de bodem is niet alleen bepalend of het gewas over voldoende fosfaat kan beschikken. Droogte, een beperkte wortelontwikkeling door onder andere een slechte bodemstructuur of een niet-optimale pH belemmeren de beschikbaarheid en kunnen zorgen voor (tijdelijk) fosfaatgebrek.
De benutting van fosfaat door het gewas is te verbeteren door ervoor te zorgen dat de bodemstructuur, pH en vochtvoorziening op orde zijn, door de fosfaatgift op het bedrijf te verdelen ten gunste van percelen met een lage(re) fosfaattoestand en gewassen met een hogere fosfaatbehoefte. Verder kan met name onder omstandigheden waarbij de directe fosfaatbeschikbaarheid beperkt is, het effectief zijn om de fosfaatgift geconcentreerd bij de wortels te plaatsen.
Zie verder de pagina Optimalisering fosfaatbenutting.
Organische-stofaanvoer
De fosfaatgebruiksnormen beperken de aanvoer van organische mest en daarmee van organische stof. Het is echter nog steeds mogelijk om voldoende organische stof aan te voeren om het organische-stofgehalte in de bodem (minimaal) te handhaven, ook op gronden met een hoge fosfaattoestand. De mestsoortkeuze is hierbij van groter belang dan de fosfaatgebruiksnorm. Het (deels) vervangen van varkensdrijfmest door rundveedrijfmest eventueel in combinatie met vaste stalmest en/of compost draagt bij aan een positieve organische stofbalans. Daarnaast dragen groenbemesters en granen in de rotatie bij aan een positieve organische stofbalans.
Klik hieronder voor het rapport van de deskstudie naar de fosfaatvoorziening van aardappel in relatie tot het mestbeleid:
Rapport Mestbeleid en fosfaatvoorziening
Meer informatie: Debby van Rotterdam (debby.vanrotterdam@nmi-agro.nl) en Janjo de Haan (janjo.dehaan@wur.nl)