Wortel- en knolgewassen
Haverwortel (Tragopogon porrifolius)
Lees meer over haverwortel
Haverwortel of schorseneer?
Haverwortel is een vorstbestendig gewas en werd al in de Middeleeuwen in Nederland geteeld. In die tijd was het een populair gewas om te telen, maar werd later verdrongen door de schorseneer (Scorzonera hispanica). Hier is de haverwortel overigens gemakkelijk mee te verwarren; eenzelfde uiterlijk en smaak, maar weldegelijk een andere plantensoort! Het verschil zit 'm in het blad, waarbij haverwortel grasachtig blad heeft dat als een graspol omhoogkomt, terwijl de bladstructuur van schorseneer meer lancetvormig is. Ook de kleur van de wortel verschilt; schorseneren hebben een donkere schil, terwijl die van haverwortel lichter is en hiervan de wortelen meer vertakt zijn. Bovendien heeft de haverwortel paarse bloemen en die van schorseneer zijn geel.
Rammenas (Raphanus sativus subsp. niger)
Lees meer over rammenas
Winterrammenas
Deze robuuste wintervariant is geschikt voor de nateelt en wordt in juli gezaaid en in de herfst geoogst. De verdikte wortel wordt, in tegenstelling tot het zomertype, niet snel voos en is in de winter lang houdbaar. ‘Voos worden’ betekent dat het binnenste vruchtvlees glazig of sponzig wordt. In een later stadium gaat dat over in kleine (of grote) holten, wat niet wenselijk is. Bij radijs kan dit verschijnsel ook voorkomen. Het kan vooral een probleem zijn met de snelgroeiende zomertypen.
Zomerrammenas
De zomerse variant kwam eind vorige eeuw meer in de belangstelling en werd zowel onder glas als in de vollegrond werd geteeld. De zomerrammenas is meestal wit of roze, en groeit snel. Ze moeten na oogst snel worden gegeten, want de wortels kunnen maar kort worden bewaard.
Teeltgebieden
De rammenas vindt zijn oorsprong in het oostelijke Middellandse-Zeegebied en Klein-Azië. Van daaruit verspreidde deze groente zich naar China en Japan en in de late Middeleeuwen ook naar Europa, inclusief Nederland. Hoewel de rammenasteelt in Nederland altijd vrij beperkt is gebleven, wordt het gewas hier voornamelijk onder glas geteeld, met een zeer klein areaal voor vollegrondsteelt.
Schorseneer (Scorzonera hispanica)
Schorseneren vinden hier afkomst in Zuid-Europa. Al in de 16e eeuw werd de schorseneer in Nederland geïntroduceerd en vond snel haar weg naar onze keukens en moestuinen.