Projectresultaten

Routekaart voor bijenlandschappen verschenen

routekaart-1000x1000.png

Vanaf 2018 hebben we 4 beginnende regionale netwerken die zich voor wilde bijen inzetten (“Bijenlandschappen”) gevolgd. Uit hun ontwikkeling en de gemeten impact op wilde bijen in hun gebied hebben we succesfactoren kunnen destilleren. Deze succesfactoren zijn nu overzichtelijk gepresenteerd in de “Routekaart Bijenlandschap”.

In de routekaart worden verschillende fases van netwerkvorming in het sociale netwerk onderscheiden en ook de verschillende soorten ‘opbrengsten’ die een Bijenlandschap kan opleveren, zowel voor wilde bijen als voor bewoners en bezoekers van een gebied.

De routekaart is bedoeld voor organisaties die zich willen inzetten voor een bij-vriendelijk landschap. Zo kan een beginnend Bijenlandschap efficiënter het sociale netwerk opbouwen en wilde bestuivers in het landschap effectiever bevorderen. Voor bestaande netwerken is de routekaart een hulpmiddel om hun effectiviteit te toetsen en te verbeteren.

Bij de routekaart is een handleiding uitgebracht die meer informatie geeft over de daarin benoemde succesfactoren. Daarnaast is de Routekaart ook verschenen in de vorm van een kaartenset, met op elke kaart een succesfactor met uitleg. Met deze kaartenset kan een bijenlandschap interactief met de routekaart aan de slag. De kaarten kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als hulpmiddel voor reflectie en bij het bepalen van een strategie voor vervolgactiviteiten.

kaartenset2-1000x1000.jpg

Daarnaast zijn er ook een viertal brochures verschenen voor organisaties en actoren die voor wilde bijen een groot verschil kunnen maken: voor overheden, bedrijven, agrariërs en voor burgers. De brochure geeft aan wat zij kunnen doen voor wilde bestuivers, waarom dat voor hen interessant kan zijn, en vooral ook: dat er in samenwerking met andere (type) organisaties veel meer impact bereikt kan worden.

Alle genoemde producten kunnen gratis worden gedownload of worden opgevraagd bij sabine.vanrooij@wur.nl.

Video's bijenlandschappen

Sint Anthonis: Bij-vriendelijk bermbeheer

Sinds 2016 werkt Sint Anthonis aan een bij-vriendelijk bermbeheer. In deze film legt Bart Huckriede, van de gemeente Sint Anthonis, uit waarom ze het als gemeente zo belangrijk vinden om hier gezamenlijk met verschillende organisaties uit de gemeente en regio aan te werken. Het aantal (wilde) bestuivers is door het inzaaien met het bij-vriendelijke zaadmengsel en het bij-vriendelijke beheer van de bermen flink toegenomen. Jeffrey Willemsen en Nils van Rooijen, beide onderzoekers bij de WUR leggen uit wat het effect is van getroffen maatregelen en vertellen over het effect op de aantallen en diversiteit van insecten die er nu voorkomen. Nils benadrukt hierbij het belang van inheemse soorten.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

West-Brabant: Maak het verschil voor de bij

In West-Brabant zijn door het partnerschap “Bijenlandschap West-Brabant” in een korte periode veel bij-vriendelijke maatregelen genomen die het landschap geschikter maken voor wilde bestuivende insecten. Een aantal partners uit het Bijenlandschap West-Brabant vertellen wat zij hebben gedaan om het leefgebied van (wilde) bestuivers te vergroten. Riny van Empel, coördinator van het bijenlandschap waaraan al 36 partijen deelnemen, vertelt enthousiast hoe het bijenlandschap West-Brabant werkt. Wethouder en bijenambassadeur Ron Lazeroms van de gemeente Rucphen, boomkweker Jolanda van Hasselt, David Bömer, manager Treeport Zundert vertellen in deze film wat zij hebben gedaan om de biodiversiteit in hun eigen omgeving te vergroten en waarom ze het doen. Sabine van Rooij, onderzoeker landschapsecologie bij Wageningen University legt uit waarom het belangrijk is om te werken aan habitat voor de (wilde) bestuivers op de schaal van het landschap.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Bernheze geeft percelen kleur

Deze film laat zien dat gemeenten wilde bestuivende insecten kunnen bevorderen door hun landbouwgrond te verpachten onder bij-vriendelijke voorwaarden. Esther Rutten, beleidsmedewerker groen, natuur en landschap in de gemeente Bernheze laat zien hoe zij hiermee in de gemeente experimenteren. Jos van den Hurk, melkveehouder en verpachter vertelt in het veld wat dat voor hem in de praktijk betekent. Eén van de voorwaarden is het inzaaien een akkerranden langs de percelen. Deze randen hebben een positief effect op de diversiteit, maar ook op de aantallen bestuivende insecten. Dianne Sanders, ecoloog bij Wageningen Environment Research legt uit hoe dat komt. Vanuit het project Kennisimpuls is zij betrokken bij de monitoring van (wilde) bestuivers in de verschillende netwerken die werken aan een bij-vriendelijk landschap.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Nestelgelegenheid in wegbermen

Nestelgelegenheid in wegbermen.png

Naast zorg voor voldoende voedsel (bloemen) draagt het creëren van voldoende geschikte nestlocaties bij aan het verbeteren van het leefgebied van de wilde bij. Het overgrote deel van de Nederlandse wilde bijensoorten maakt een ondergronds nest, en heeft dus geen baat bij de bekende bijenhotels. Dit rapport beschrijft de resultaten van een tweejarige veldstudie die meer inzicht geeft in de factoren die bepalen in hoeverre bloemrijke grasstroken, zoals wegbermen, geschikt zijn als nestelplek.

Bekijk het rapport Nestelmogelijkheden voor solitaire bijen in bodems van bloemrijke bermen: Een vergelijkend onderzoek tussen ingezaaide en niet-ingezaaide bermen in de gemeente Sint Anthonis.

Eerste resultaten Boshommellandschap Geuldal

In het Geuldal in Zuid-Limburg komen veel voor Nederland zeldzame bijensoorten voor. Om deze populaties te versterken, en de gehele bijengemeenschap effectief en duurzaam te bevorderen, is het initiatief Boshommellandschap Geuldal opgezet. Dit is een samenwerking tussen gebiedsbeheerders, agrariërs, gemeentes, provincie en wetenschap, waarbij verschillende typen landschapselementen op een nieuwe manier worden beheerd, met meerwaarde voor bestuivers. Vanuit de Kennisimpuls wordt bijgedragen via advies en effectmetingen voor bijvriendelijk beheerde hagen.

In 2020, na 1 jaar aangepast beheer ons al waardevol inzicht in de relatie tussen het voedselaanbod en de bijenpopulatie. Voor alle vijf onderzochte typen landschapselementen bleek te gelden: meer bloemen = meer bijen. Hier is dus relatief makkelijk veel winst te behalen! Daarnaast gaf dit goede hoop voor de toekomst, met een positievere trend in bijenstand voor de locaties waar bij-vriendelijk beheer is toegepast. Een uitgebreide update uit december 2020 is hier te downloaden.

De nieuwste resultaten uit 2021, na 2 jaar aangepast beheer, geven aan dat de locaties binnen het Boshommellandschap qua bloemaanbod een aanwezige bijen voorzichtig uit beginnen te stijgen boven controle-locaties buiten het gebied. Het lijkt dus de goede kant op te gaan, niet alleen op de plekken waar maatregelen zijn getroffen, maar op landschapsschaal! Een uitgebreide update uit december 2021 is hier te downloaden.

Boshommellandschap.png

Naar een effectief bijenlandschap

In een artikel in he tijdschrift Stad & Groen leggen Sabine van Rooij, Arjen de Groot (Wageningen Environmental Research) en Hannie Korthof (Omgevingsdienst West Holland) uit wat een bijenlandschap is, uit welke bouwstenen het moet bestaan, en hoe deze met elkaar te verbinden.

Lees het artikel: Een landschap voor wilde bestuivers – Stad en Groen.

Meer achtergrond over deze aanpak, staat beschreven in de nieuwe “Handreiking 3.0 voor inrichting en beheer van groene infrastructuur voor bestuivende insecten”. Deze uitgebreide brochuren helpt mensen op weg met het opzetten van hun eigen regionale samenwerking voor bijen.

Gaat u echt aan de slag en wilt u anderen meenemen in dit verhaal, download dan de Training “Samen werken aan het Bijenlandschap". Deze presentatie bevat slides waaruit u kunt putten om te vertellen over het hoe en waarom van een bijenlandschap, met veel concrete voorbeelden.

effectief-bijenlandschap.png

Ecoprofielen voor behoud van bijen met verschillende behoeften

In Nederland komen honderden soorten bijen voor, verspreid over verschillende landschapstypen die elk hun eigen gemeenschap van bijensoorten herbergen. Deze soorten hebben elk hun eigen voorkeuren voor hoe het landschap eruit moet zien. Maar toch zijn wel groepen te herkennen van soorten die min of meer dezelfde eisen stellen. Dit was dat aanleiding voor het concept van ecoprofielen: een indeling van bijen in een aantal groepen, met per groep een duidelijke set vuistregels die beschrijven hoeveel leefgebied ze nodig hebben en hoe dit leefgebied eruit moet zien. Dit biedt beheerders en beleidsmakers de mogelijkheid om heel gericht te kijken hoe ze zo effectief mogelijk juist die bijen kunnen bevorderen die het meest kenmerkend zijn voor hun werkgebied of die het meest in zwaar weer zitten.

Zo’n indeling was al beschikbaar voor het laagveen-, zeeklei- en duingebied in Zuid-Holland, maar is nu doorontwikkeld tot een landelijk toepasbaar systeem. Hierbij komen per landschapstype dezelfde basis-ecoprofielen terug, maar bevat dit profiel per landschap een net iets andere set bijen- en zweefvliegsoorten.

Download hier het rapport waarin we deze landelijke systematiek beschrijven en onderbouwen, en praktische tips geven voor de toepassing ervan.. Een overzicht van deze ecoprofielen per landschapstype zie je in de figuur hieronder.

Kruistabel ecoprofielen Kennisimpuls Bestuivers.jpg

Leren van initiatieven voor bestuivers

hessenpoort.jpg

De achteruitgang van bestuivers in Nederland heeft de afgelopen jaren al geleid tot talrijke initiatieven van particulieren, NGO’s, (landbouw)bedrijven en overheden, die zich inzetten om de leefomstandigheden voor bijen te verbeteren. Deze ervaringen zijn waardevol als leerpunten voor nieuw op te starten initiatieven. Daarom is gesproken met betrokkenen bij 12 recente initiatieven: wat hielp mee aan succes, en welke hindernissen kwamen ze tegen. In het rapport ‘Leren van initiatieven voor bestuivers’ zijn op grond van deze gesprekken een aantal hoofdbevindingen geformuleerd, en geven we voor elk daarvan aanbevelingen om succes van initiatieven te vergroten en knelpunten te voorkomen. Een grafische samenvatting van deze bevindingen en aanbevelingen in de vorm van iconen is als los document beschikbaar.

Nieuwenhuizen & De Boer 2019, Leren van initatieven voor bestuivers – succesfactoren, knelpunten en oplossingsrichtingen.

Nulmeting Nationale Bijenstrategie

grote wolbij.png

In januari 2018 is de Nationale Bijenstrategie ondertekend door 48 partners, waaronder het ministerie van LNV. De bijenstrategie heeft als hoofddoel dat bestuivers en bestuiving in 2030 duurzaam bevorderd en behouden zijn. Om te kunnen meten of dit doel behaald is zijn enkele meetbare doelstellingen benoemd ten aanzien van de wilde bijenfauna in Nederland. Als startpunt van het traject heeft het ministerie van LNV aan EIS Kenniscentrum Insecten en Wageningen Environmental Research gevraagd om in 2018 een nulmeting uit te voeren. Twee van de meetbare doelstellingen hebben betrekking op de trends van de in Nederland voorkomende wilde bijensoorten. Deze doelstellingen worden getoetst door middel van een vergelijking van de trends in 2018 met de trends in 2023 en 2030. Het huidige document is het resultaat van deze nulmeting die de trends van de Nederlandse bijen in 2018 vaststelt.

Bijvriendelijkheid van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)

roterende banner_plaatje 3_Foto David Kleijn.png

Foto: David Kleijn

Diverse subsidie-instrumenten binnen de onderdelen Vergroening (pijler 1) en Agrarisch Natuurbeheer (ANLb; pijler 2) van het GLB bieden mogelijk kansen om de Nationale Bijenstrategie te ondersteunen. In deze notitie verkennen we per instrument de relevantie voor het bevorderen van bijen, en vatten deze relevantie vervolgens in tabelvorm samen. Daarnaast wordt ingegaan op de mogelijke beperkingen die in sommige gevallen deze relevantie in de praktijk verlagen.

Voedsel en nestelgelegenheid op appelteeltbedrijven

bannerfoto2_Foto Wim Dimmers.JPG

Foto: Wim Dimmers

Binnen het praktijknetwerk “Bij-vriendelijke appelteelt met economische meerwaarde”, een initiatief van de Betuwse coöperatieve Fruitmotor en Fruitpact, biedt de Kennisimpuls Bestuivers ondersteuning via o.a. advies over de beste opties voor het aanleggen en beheren van meer voedsel- en nestelgelegenheid voor bijen.

Flyers en factsheets

Kwartet-spel "Ontdek de bestuivers van Nederland"

kwartetspel.jpg

Dit kwartetspel laat mensen op speelse wijze kennismaken met de grote rijkdom aan insecten die allemaal hun steentje bijdragen aan bestuiving van voedselgewassen. Verschillende typen bestuivers komen voorbij, waaronder de honingbij, hommels, diverse andere wilde bijenfamilies, en de zweefvliegen.

Neem bij interesse contact op met Arjen de Groot.

Toegankelijke kennis over bestuiving

screenshot videoanimatie.png

Onderzoek van de laatste jaren heeft een hoop meer kennis opgeleverd over het belang van verschillende typen bestuivers voor de oogstopbrengst van voedselgewassen. Zo blijkt de bijdrage van wilde soorten groter dan verwacht, en is naast het aantal ook de diversiteit van de bestuivers van belang. Een hoop van deze kennis zit nu echter nog vast in wetenschappelijke publicaties, die onvoldoende gelezen worden door de doelgroepen voor wie deze kennis het meest bruikbaar is. Binnen de Kennisimpuls zijn een aantal van deze nieuwe inzichten vertaald naar andere publicatievormen die toegankelijker zijn voor een breed publiek. De volgende producten zijn nu beschikbaar:

Infographic De meerwaarde van insectenbestuiving

Stripverhaal dat in een aantal stappen uitlegt hoe naast bestuiving door de wind ook bestuiving door insecten nodig is voor de teelt van een fruitproduct van hoge kwaliteit (in dit voorbeeld: een aardbei).

Animatievideo Bijendiversiteit draagt bij aan de fruitoogst

Deze korte animatie legt uit hoe het komt dat één bijensoort vaak niet voldoende is voor een goede bestuiving.

Infographic Vergroot de opbrengst van je fruitteelt

In deze interactieve pdf zie je een denkbeeldig fruitperceel (in dit voorbeeld met blauwe bessen) en kun je door te klikken één of meer bloemstroken en/of bijenkasten gaan bijplaatsen. Per combinatie krijg je een indruk van de bijdrage aan zowel de oogstopbrengst als de biodiversiteit.

Infographic Op weg naar een betere bestuiving in 2030

Zoek de verschillen in het landschap tussen de huidige situatie en het streefbeeld in 2030, en krijg een indruk van welke veranderingen op landschapsniveau nodig zijn om onze gewasbestuiving te behouden en bevorderen. Vooral bedoeld voor gebruik als lesmateriaal in workshops of presentaties.

Wilde bijen en zweefvliegen per landschaptype

wilde-bijen-en-zweefvliegen-per-landschapstype-16-9.jpg

In dit rapport wordt het voorkomen van bijen en zweefvliegen in verschillende landschapstypen in beeld gebracht. Doel van deze informatie is om snel inzicht te kunnen krijgen in de relevante soorten bestuivers die zouden kunnen voorkomen in een bepaalde regio, om vervolgens gerichte maatregelen te kunnen nemen die aansluiten bij de eisen die deze soorten aan hun omgeving stellen. Bij de interpretatie van het belang van de landschapstypen voor bestuivende insecten is onderscheid gemaakt tussen bedreigde soorten en soorten die in potentie een belangrijke rol kunnen spelen bij de bestuiving van landbouwgewassen.

Ozinga et al. (2018) Wilde bijen en zweefvliegen per landschaptype. WENR-rapport 2920.

Naar een bijvriendelijk beheer van Zuid-Limburgse hagen

heggen zuid limburg.jpg

In 2018 is gestart met een nieuw praktijknetwerk, waarin zal worden getest met een bijvriendelijker beheer van meidoornhagen in Zuid-Limburg. Deze hagen vormen één van de typen “bestaande landschapselementen”, opgenomen in pijler 1 van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), die veel potentie hebben als voedselbron voor bijen. Binnen het GLB zijn echter alleen voorwaarden gesteld aan het behoud van deze elementen op het boerenland, niet aan het beheer ervan. In de praktijk zorgt het beheer als ‘scheerheggen’ er echter voor dat de meidoorns niet in bloei komen, en dus de potentie voor bijen niet wordt bereikt. Dit rapport geeft op basis van een nulmeting van lokale bijenfauna in 2018 een eerste indruk van de verbeterkansen, en geeft een voorzet voor een alternatief beheer.

De Groot et al. 2018 Naar een bijvriendelijk beheer van Zuid-Limburgse hagen.

Praktijkboek "Planten van hier"

screenshot Plantenvanhier.jpg

Samen met o.a. NL Bloeit, Radboud Universiteit, Cruydt-Hoeck en Het Levend Archief, is vanuit de Kennisimpuls bijgedragen aan de totstandkoming van het boek “Planten van hier”. Dit boek gaat in op de waarde van inheemse plantensoorten voor onze leefomgeving. Zo’n 60 inheemse plantensoorten en hun bestuivers passeren de revue, en in aparte hoofdstukken wordt ingegaan op o.a. de waarde van inheemse planten voor het behoud van onze bestuivers, en de aanleg en het beheer van bloemenweides. Het boek is bedoeld voor mensen die de kwaliteit van hun leefomgeving willen aanpakken, maar ook als kennis- en inspiratiebron voor groepen en organisaties op het gebied van natuur, landschap en stedelijke omgeving.

Ketelaar et al. (2018) Planten van hier – Praktijkboek voor een duurzame leefomgeving met inheemse flora. KNNV Uitgeverij.

Werkboek Bijen in de Boomgaard

werkboek.png

In praktijknetwerk “Bestuivers in de Betuwse Appelteelt” is, en wordt, ervaring opgedaan met manieren om efficiënt te werken aan meer voedsel en nestelplek voor bestuivers in de boomgaard. Samen met onze samenwerkingspartner in dit netwerk, De Fruitmotor, en diverse fruittelers, zijn de tot dusver opgedane ervaringen gebundeld tot een werkboek voor fruittelers. “Bijen in de boomgaard – werkboek voor meer biodiversiteit en een goed bestoven gewas” staat vol met praktische tips en aanwijzingen voor het bij-vriendelijke beheer van boomgaarden.