Akkerbouw: Gewasbescherming in 2030
In het akkerbouwgewasrotatie onderzoek ontwikkelen we een teeltsysteem waarin gewasbescherming gebaseerd is op een combinatie van goed uitgangsmateriaal, een gezonde bodem en een biologisch diverse omgeving. Deze systeemaanpak wordt ondersteund door het gebruik van innovatieve technieken die ingrijpen minder risicovol maken.
Het onderzoek zet in op een 'plus systeem' waarbij meerdere strategieën gecombineerd worden door een systeemaanpak. Dat innovatieve 'Plus systeem' wordt vergeleken met gangbare praktijk. De proef is gebaseerd op een rotatie van acht jaar en wisselt gewassen als aardappel, suikerbiet, peen en ui af met rustgewassen als granen, grassen en vlinderbloemigen. Die lange termijn is van belang omdat veranderingen in de bodem jaren nemen.
Gewasbescherming van de toekomst richt zich op een stapeling van maatregelen, een systeemaanpak. We maken het teeltsysteem diverser,zowel in de ruimte, denk bijvoorbeeld aan strokenteelt, maar ook diverser in de tijd, door rotatie. Deze bestaande technieken combineren we waar nodig met nieuwe alternatieve middelen en het gebruik van precisietechnieken.
Rassen met goede concurrentiekracht tegen onkruiden en goede ziekteresistenties wisselen we af met groenstroken. Groenstroken die natuurlijke vijanden ondersteunen en voedsel bieden aan bestuivers. Verder zetten we alternatieve middelen in en biologische bestrijders. Wanneer het dan toch nodig is om bestrijdingsmiddelen te gebruiken, worden er geen middelen met een hoog risicoprofiel ingezet en worden precisietechnieken gebruikt.
Op het grote perceel in Lelystad kan betrouwbaar gemeten worden aan de systemen. De behandelingen liggen op ruime velden en de proef is in drie herhalingen neergelegd. Vijftien onderzoekers doen waarnemingen aan gewas en bodem. Met de veredelaars en onderzoekers van de samenwerkende WUR groepen uit Wageningen, zijn er meer dan 25 betrokken deskundigen. Op een aangrenzend biologisch deel is daarnaast ruimte voor een aantal biologische behandelingen. Samen vormen deze de proeftuin “agrobiodiversiteit en techniek” voor de landbouw van de toekomst. Het levert getoetste prototypes van teeltsystemen op die rekening houden met maatschappelijke zorgen en de belangen van telers.
Resultaten 2018
In maart 2018 is gestart met de proof of principle toetsing van het akkerbouw systeem, op de proeftuin Agroecologie en Technologie van WUR in Lelystad.
Het akkerbouwsysteem
De basis van het akkerbouwsysteem bestaat uit een uitgekiende gewas- en rassenkeuze in de tijd en ruimte, optimale groeiomstandigheden voor het betreffend ras, en omgevingsomstandigheden die levenscycli van ziekten, plagen en onkruiden blokkeren en van beneficialsstimuleren.
Gedurende de teelt worden gewas, ziekten, plagen en onkruiden gemonitord. De resultaten vormen de basis van het besluit om wel of niet in te grijpen in het systeem. Ingrijpen gebeurd om verdere aantasting van het gewas of volggewas te voorkomen. Door het gebruik van biologische en low risk middelen en gereduceerde gewasbescherming (gebaseerd op decision support systemen) kunnen we de inzet van traditionele gewasbeschermingsmiddelen verminderen.
DDS systemen
In de proef wordt gebruik gemaakt van bestaande DSS systemen zoals de P. infestans app op akkerweb en DSS die in parallel lopende programma’s als de PPS GROEN ontwikkeld worden. Zo wordt op basis van de P. infestans app bij een lage ziektedruk (en kleine infectiekans) ingegrepen met een biologisch middel en met een hoge ziektedruk (en hoge infectiekans) met een chemisch middel. In 2018 zijn er op deze manier in het ICM systeem 8 bespuitingen tegen P. infestans uitgevoerd (4 biologisch en 4 traditioneel chemisch) en in het gangbare referentiesysteem 13 traditioneel chemische bespuitingen.
In 2018 werden geen verschillen in gewasopbrengsten gemeten tussen de twee systemen, en was actief ingrijpen om ziekten en plagen te beheersen veel minder nodig.
Gewasdiversiteit
Gewasdiversiteit kan verhoogd en benut worden door gebruik te maken van onderzaai, strokenteelt en mengteelten. Er zijn aanwijzingen dat strokenteelt de beheersing van wortelvlieg en uienvlieg, luizen, P. infestans en kevers kan vergemakkelijken. In 2018 is deze vorm van verhoogde diversiteit niet opgenomen in de proef. Op een nabijgelegen perceel worden de effecten van strokenteelt in een biologische landbouw setting getoetst. Een directe vergelijking van de meerwaarde van de strokenteelt is niet mogelijk door het biologische kader waarbinnen getoetst wordt. In een biologisch systeem is een “harde” ingreep niet mogelijk, waar dit in een gangbaar systeem wel mogelijk is door de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Het onderzoek in de biologische strokenteelt levert wel informatie op t.a.v. de populatiedynamiek van ziekten en plagen in strokenteelt in vergelijking tot monocultures. In 2019 wordt op een nabijgelegen perceel een strokenteelt in een gangbare setting uitgevoerd. De mogelijk additionele waarde van telen in stroken kan hier wel getoetst worden.