Struikaster
Struikaster is een uit Noord-Amerika afkomstige struik of kleine boom. In het verleden is de soort in Europa geïmporteerd en aangeplant als windbreker in kustgebieden. De struikaster vormt dichte, ondoordringbare struikgewassen die inheemse planten verdringen. De pollen veroorzaken hooikoorts en allergische reacties en zowel de bladeren als de zaden zijn giftig.
Hoe herken ik de struikaster?
Struikaster (Baccharis halimifolia) is een wintergroene struik of kleine boom tot 3 meter hoog. De bladeren zijn 2 tot 7 cm lang, omgekeerd eivormig of ruitachtig van vorm en staan verspreid op de tak. Het blad is grijsgroen van kleur en kan leerachtig aanvoelen. Met name de bovenste helft van het blad is grof getand of gelobt.
De struikaster heeft een wijdvertakte bloeiwijze met groepen van 3 tot 8 bloemhoofdjes met witte tot geelwitte bloemen. Om de bloemhoofdjes zitten meerdere rijen groene omwindselbladeren, waarvan de binnenste omwindselbladeren een rode rand hebben. Aan de top van de bloemhoofdjes zitten de vruchten. Tijdens de vruchtzetting zijn een beperkt aantal vruchtpluizen (pappus-haren) zichtbaar.
Struikastersoorten lijken op elkaar, kijk hier voor de look-a-likes.
Klik op de foto's om ze te vergroten
Herkomst – Waar komt de struikaster vandaan?
Struikaster komt van nature voor in het zuiden en oosten van Noord-Amerika. Hier groeit de soort in zilte moerassen, duinen, stranden en kwelders. Al in de 17e eeuw werd de struikaster in Europa geïmporteerd als sier- en tuinplant. Vanwege de goede windbestendigheid en zouttolerantie, is de struikaster later ook op veel plaatsen langs de West-Europese kust geplant als windbreker. Van hieruit is de soort zich verder gaan verspreiden en verwilderd.
Verspreiding – Waar komt de struikaster voor?
In Europa komt de struikaster voor in Spanje, Frankrijk, Italië, België, Nederland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. De soort komt voor in duinen, op stranden, op hoge kwelders, op opgespoten terreinen, in periodiek onderlopende graslanden en in braakliggende akkers. Hierbij worden eerst gebieden met verstoorde bodems gekoloniseerd en vandaaruit volgt verspreiding naar (half-)natuurlijke standplaatsen.
In Nederland komt de soort sinds 2003 voor op de primaire duinen bij Goeree. Sindsdien is de struikaster incidenteel waargenomen op een handvol locaties in Nederland. Zodra de soort werd gesignaleerd, zijn de planten verwijderd.
Risico’s - Wat zijn de problemen?
Struikaster is een snelgroeiende plant met een goede windbestendigheid en zouttolerantie en een enorme zaadproductie. Dit maakt de stuikaster bijzonder concurrentiekrachtig en stelt de soort in staat dichte, ondoordringbare struikgewassen te vormen. Hierdoor worden inheemse, kustgebonden planten weggeconcurreerd en verdrongen. Kwetsbare plantengemeenschappen, zoals schorren, kunnen zo verloren gaan. Gebieden die gedomineerd worden door struikaster zijn bovendien minder aantrekkelijk voor vogels tijdens de trekperiode.
Naast de ecologische gevolgen, veroorzaakt de struikaster ook gezondheidsrisico’s en economische verliezen. Het stuifmeel van struikaster wordt ervan verdacht hooikoorts te veroorzaken evenals allergische reacties. Verder zijn de bladeren en zaden van struikaster giftig. Voor schapen kunnen ze zelfs dodelijk zijn als ze te veel bladeren en/of zaden eten. Voordeel is wel, dat grazers de struikaster liever mijden. Ten slotte, struikaster leidt tot waardevermindering van weidegronden wanneer de soort zich op deze grond vestigt.
Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?
Sinds 2016 staat struikaster op de Unie-lijst van zorgwekkende invasieve exoten. Hierdoor is de kans op introductie van struikaster op nieuwe locaties sterk verminderd.
Verspreiding van reeds gevestigde struikasters voorkomen is erg lastig. De soort heeft een enorme zaadproductie en de zaden blijven meerdere jaren kiemkrachtig. Het lichte zaad kan door de wind (en mogelijk ook door water) ver verspreid worden. Hiernaast kan de struikaster zich ook via uitlopers vermeerderen. De meest effectieve maatregel om verspreiding naar de omgeving te voorkomen, is het verwijderen van de gehele plant.
Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?
Het uittrekken of uitspitten van de plant is een effectieve bestrijdingsmaatregel. Kleine struiken kunnen handmatig uitgetrokken worden waarna de wortels zo diep mogelijk afgezaagd moeten worden. Dit voorkomt nieuwe uitgroei vanuit de wortelresten. Grotere struiken kunnen mechanisch uitgetrokken worden met wortels en al. Een alternatief is het geregeld afzagen/afknippen van de struikaster in combinatie met het chemisch behandelen van de stobben. Nazorg gedurende meerdere jaren is noodzakelijk om hergroei via de zaadbank of worteluitlopers te voorkomen en verwijderen.
Beheersing van grote populaties van struikaster is mogelijk door geregeld te maaien (2x per jaar) of de planten te kappen/snoeien voor de bloeiperiode, zodat er geen zaad geproduceerd kan worden. Bij beide opties is nazorg noodzakelijk gedurende meerdere jaren om hergroei te voorkomen.
Wet- & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?
Waar vind ik meer informatie?
- Baccharis halimifolia (groundsel-bush). CABI, Invasive Species Compendium, 2019. [website]
- Baccharis halimifolia L. Asteraceae – Groundsel Bush. EPPO, 2014. [factsheet]
- Factsheet struikaster. NVWA, 2019. [factsheet]
- Monographs on Invasive Plants in Europe: Baccharis halimifolia L. Fried, G., Caño, L., Brunel, S., Beteta, E., Charpentier, A., Herrera, M., Starfinger, U., & Panetta, F.D., 2016. [artikel]
Leadfoto: Macleay Grass Man, Wikimedia Commons, 2010
Geüpdatet 8 april 2024
Gepubliceerd 5 december 2022